Begin november werd bij TNO voor de derde keer de jaarlijkse international Next Generation Networks (NGN) workshop gehouden. Hier komen experts uit heel Europa bij elkaar om informatie over de laatste ontwikkelingen op het gebied van de nieuwe generatie netwerken uit te wisselen. Opmerkelijk is dat specialisten van de diverse operators, ook uit Nederland, elkaar op technisch gebied liever bijpraten dan als concurrent zien.
Dat is ook wat deze bijeenkomsten zo boeiend maakt, volgens Pieter Veenstra, netwerkarchitect bij KPN. De technisch specialisten van verschillende operators lopen tegen dezelfde problemen en uitdagingen aan. Veenstra heeft een presentatie gegeven over IP-interconnectie. Dat speelt bij KPN, bij Ziggo, bij T-Mobile en andere operators. In het belang van hun klanten moeten ze daar onderling oplossingen voor realiseren.
De core-netwerken zijn grotendeels IP-gebaseerd, maar veel verkeer tussen de verschillende netwerken gaat nog over de (verouderde) PSTN-netwerken. Dat verkeer, de interconnectie, moet technisch goed geregeld worden. Workshops als deze zijn zeer geschikt om daarover informatie uit te wisselen.
Christiaan Vermeulen, senior core network engineer bij T-Mobile: ‘Het is interessant te horen hoe de anderen omgaan met videobroadcasting, met IPTV en tal van andere technieken en diensten. We vormen een betrekkelijk kleine groep en daardoor kunnen we snel en gericht ideeën uitwisselen.’
Solide standaarden
Roel Mijnheer, senior designer voice bij Ziggo: ‘Het interessante van de workshop die TNO heeft georganiseerd is dat we inderdaad vanuit technische oplossingen denken in het belang van onze klanten. We worden bijgepraat over de laatste technologische ontwikkelingen door wetenschappers van gerenommeerde Europese universiteiten en kennisinstituten als TNO en het Duitse Fraunhofer.’
Ook netwerkbouwers zijn van de partij. Rogier Noldus van Ericsson: ‘NGN is op zich een duidelijk omlijnd begrip, maar onder die paraplu heb je te maken met een reeks aan technologieën. Er is maar één manier om netwerken en diensten voor de klanten van operators tot een succes te maken en dat is het organiseren van solide standaarden, zodat alle systemen goed met elkaar kunnen praten. Pas als je dat hebt gerealiseerd, kunnen de operators onderling de concurrentie aangaan.’
Virtueel internet
Volgens organisator Oskar van Deventer van TNO, expert op het gebied van interconnectie standaarden, is het koppelen van alle huidige en nieuwe systemen dé grote uitdaging waar operators, netwerkbouwers en wetenschappers voor staan. ‘We hebben het over de combinatie tussen vaste en mobiele netwerken met op IP-gebaseerde toepassingen, de manier waarop operators internationale standaarden moeten gebruiken, hoe ze streaming video efficiënt in hun netwerken kunnen verwerken en nog veel meer.’
Rudolf Strijkers van TNO liet een nieuwe toepassing zien waarbij operators virtuele netwerken kunnen creëren via willekeurige vaste verbindingen, met servers, switches en routers overal ter wereld, door simpele vingerbewegingen op een multitouch-tafel.
Een ander dmonstreerde hoe de consument thuis op de bank sportwedstrijden zelf kan regisseren door op een tablet als de iPad te bepalen welke beelden via welke camera, in- en uitgezoomd hij of zij op televisie wil zien in HD-kwaliteit.