Ga naar hoofdinhoud

Industriële isolatie snel terugverdiend

Het op 19 juni gepubliceerde rapport ‘Klimaatbescherming met een snelle terugverdientijd’ van Ecofys en de European industrial insulation Foundation (EiiF) identificeert een groot energie- en CO2-besparingspotentieel van industriële isolatie. Daarnaast toont het rapport aan dat dit potentieel op dit moment niet benut wordt, hoewel maatregelen kosteneffectief zijn uit te voeren. In feite verspilt de Europese industrie elke dag energie en geld door tonnen aan vermijdbare CO2 uit te stoten. “Alleen al met beter onderhoud en het consequent isoleren van industriële toepassingen kan ongeveer tweederde van het energie- en emissiebesparingspotentieel worden aangeboord”, zegt Kornelis Blok, Director of Science bij Ecofys. “En aangezien de investeringen in isolatie zichzelf meestal in minder dan een jaar terugverdienen, is dit een geweldige kans.”

De EU-richtlijn voor energie-efficiëntie is gericht op het verminderen van het Europese energieverbruik met 20% in 2020. Met de huidige voortgang zal de EU slechts de helft van deze besparingen realiseren. Elke ‘best beschikbare techniek’ die kan bijdragen aan een vermindering van het energieverbruik van de EU is dus meer dan ooit nodig.

10 miljoen huishoudens
Industriële isolatie is zo’n best beschikbare techniek. Isolatie kan de Europese industrie helpen om haar totale brandstofverbruik te verminderen met 620 petajoule (PJ) en de uitstoot met 49 miljoen ton CO2. Volgens het rapport is het besparingspotentieel aanwezig in alle regio’s, sectoren, apparaten en bij alle bedrijfstemperaturen. Dit totale jaarlijkse energiebesparingspotentieel van 620 petajoule is gelijk aan het energieverbruik van 10 miljoen huishoudens. De jaarlijkse CO2-reductiepotentieel van 49 megaton is gelijk aan de CO2-uitstoot van 18 miljoen auto’s.

Slechte of beschadigde isolatie
Maar waarom is het potentieel van industriële isolatie in de Europese industrie zo groot?
Volgens het onderzoek is 10% van alle apparatuur in fabrieken niet geïsoleerd óf bedekt met beschadigde isolatie. Bovendien is het niveau van de aangebrachte isolatie doorgaans gebaseerd op een minimale investeringsbeslissing. Deze beslissingen zijn gebaseerd op eisen aan de maximale oppervlaktetemperatuur van apparatuur. Die eisen hangen samen met voorkoming van persoonlijk letsel, minimale procesbehoeften of generieke eisen aan het maximale warmteverlies. Eisen zoals kosteneffectiviteit of de maximale energie-efficiëntie van het isolatiesysteem worden vaak gewoon niet overwogen.

“In het verleden, toen de brandstofprijzen lager waren, zou energie-efficiënte isolatie niet hebben geleid tot een groot verschil’, legt directeur Andreas Gürtler van de EiiF uit. ‘Maar tegenwoordig is de energieprijs hoger en hij zal naar verwachting nog verder stijgen – nog afgezien de noodzaak om de 20-20-20 doelen van de EU te bereiken. Daardoor vonden we een groeiende kloof tussen de huidige en kosteneffectieve isolatieniveaus.”

Als de industrie deze kans pakt en het isolatiepotentieel gaat aanboren, kan deze trend worden gestopt. De eerste stap is om consequent alle niet-geïsoleerde delen te isoleren en om beschadigde isolatie te repareren. Maar als de industrie het grote besparingspotentieel van industriële isolatie blijft negeren, zal de kloof tussen ‘huidige’ en kosteneffectieve isolatie verder groeien. Extra kosten voor CO2-emissierechten zullen deze trend zelfs versnellen.

x
Mis niet langer het laatste nieuws

Schrijf u nu in voor onze nieuwsbrief.

Inschrijven