Ingenieurs van de NASA hebben een cruciale stap gezet in de voorbereiding om delen van de Space Launch System raket te testen. Deze SLS moet mensen naar nieuwe bestemmingen in het zonnestelsel sturen. Ze hebben hiertoe een RS-25 motor geïnstalleerd op de A-1 testbank op het Stennis Space Center in de buurt van Bay St. Louis (Mississippi).
Het team op Stennis zal ontwikkelings- en vluchtcertificatietesten van de RS-25 motor uitvoeren. Dit is een aangepaste versie van de hoofdmotor van de space shuttle die in de periode 1981-2011 missies in de ruimte uitvoerde. De SLS kerntrap zal worden aangedreven door een configuratie van vier RS-25 motoren, zoals geïnstalleerd op de A-1 testbank.
Test nieuwe raketmotor
De testserie is een belangrijke mijlpaal, omdat het de eerste gelegenheid is om de motor te zien werken met een nieuwe controller en om de brandstofinlaatcondities voor de SLS te testen. Deze zijn namelijk anders dan bij de space shuttle. De testen moeten bevestigen dat de RS-25 het Space Launch System met succes kan voeden.
De eerste tests op de motor zullen data genereren over de prestaties van de nieuwe geavanceerde motor controller en andere modificaties. De controller regelt kleppen die de brandstofstroom naar de motor besturen. Deze stroom bepaalt de hoeveelheid stuwkracht die tijdens een motortest wordt gegenereerd en bekend staat als een Hotfire test regisseren.
Tijdens de vlucht bepalen de brandstofstroom en de motorstuwkracht de snelheid en de baan van een ruimtevaartuig. De controller regelt ook de opstartprocedure voor de raketmotor, wat heel belangrijk is op een zo geavanceerde motor als de RS-25. Ook bepaalt de controller de uitschakelprocedure, zodat deze goed verloopt onder zowel normale omstandigheden als in noodsituaties.
Dieper de ruimte in
De SLS is ontworpen om astronauten in NASA’s ruimtevaartuig Orion dieper dan ooit tevoren de ruimte in te brengen, naar bestemmingen zoals een asteroïde en Mars. NASA maakt zoveel mogelijk gebruik van bestaande en in ontwikkeling zijnde hardware en infrastructuur, met inbegrip van de RS-25 motor, om eerder met missies diep in de ruimte te kunnen uitvoeren.
Het testen van raketmotor nummer 0525 gebeurt de komende weken op een testbank die oorspronkelijk is gebouwd in de jaren zestig voor motoren uit het Apollo-tijdperk, die hebben geholpen bij de lancering van de maanmissies. De teststand is sindsdien gebruikt voor diverse grote projecten voor het testen. NASA is bijna een jaar bezig geweest met het aanpassen van de opbouw van de testbank op de RS-25.
Het SLS programma wordt beheerd op NASA’s Marshall Space Flight Center in Huntsville (Alabama). Aerojet Rocketdyne in Sacramento (Californië) heeft een overeenkomst met de NASA om de RS-25 motoren aan te passen voor SLS missies.