Afgelopen week werd op Flughafen Stuttgart de nieuwste generatie van de Hy4 gepresenteerd, een vliegtuig met een waterstof-brandstofcel-voortstuwing. De aandrijving is ontwikkeld door de Universität Ulm en het Deutsches Zentrum für Luft- und Raumfahrt (DLR). De zesde generatie motoren heeft inmiddels goedkeuring voor testvluchten gekregen. Door de onlangs verleende testvluchtvergunning voor de nieuwste generatie Hy4-drives kon het toestel opstijgen vanaf de luchthaven.
Klimaatvriendelijk vliegen zou binnenkort in heel Europa gemeengoed kunnen worden. Het waterstofvliegtuig is innovatief, stil en klimaatvriendelijk. Het laat zien dat CO2-vrije luchtvaart al mogelijk en haalbaar is.
Deze nieuwe manier van vliegen kan mobiliteit in de lucht op lange termijn veranderen. De Hy4 is ’s werelds eerste vierpersoons passagiersvliegtuig dat puur elektrisch vliegt met brandstofcellen.
Regionale luchttaxi’s
Tot nu toe is de functionaliteit van het nieuwe voortstuwingssysteem getest en onderzocht met meer dan 30 starts en vluchten van maximaal twee uur. De eerste vlucht van het toestel vond plaats in 2016.
De laatste keer dat het vierzitsvliegtuig vertrok tijdens testvluchten in Maribor (Slovenië) was in november. Het eerste marktsegment voor het Hy4-project zouden regionale luchttaxi’s voor individuele passagiers moeten zijn.
Waterstof-brandstofcel
De Hy4 wordt aangedreven door een hybride systeem dat batterij- en brandstofceltechnologie combineert. In de waterstof-brandstofcel worden waterstof en zuurstof omgezet in elektrische energie voor propelleraandrijving. Als de op deze manier gewonnen energie – bijvoorbeeld bij het opstijgen of klimmen – niet voldoende is, neemt de lithium-ion-accu het over.
Vermogen van 120 kW
De elektromotor en de energiedistributie-unit van Hy4 zijn ontwikkeld, getest onder laboratoriumomstandigheden en in gebruik genomen aan de Universität Ulm. De elektromotor heeft een vermogen van 120 kW en maakt een maximale snelheid van 200 km/u mogelijk. Het basisonderzoek naar brandstofcellen en de onderlinge koppeling van de componenten zijn grotendeels bij de DLR uitgevoerd.
H2Fly in Auenwald (noordoostelijk van Stuttgart) is verantwoordelijk voor de algehele systeemarchitectuur, bestaande uit waterstoftank, brandstofcel en elektrische aandrijving. Daarnaast is H2Fly verantwoordelijk voor de veilige integratie en operatie in het vliegtuig.
Emissievrij, efficiënt en geluidsarm
De samenwerkende partners geloven stellig in de toekomst van waterstofaandrijving in de luchtvaart en zien dat bevestigd met de vliegvergunning. Zo is emissievrij, efficiënt en tegelijkertijd geluidsarm vliegen in de passagiersruimte binnen handbereik.
Als sponsor vanaf het prille begin is ook vertegenwoordigers van Flughafen Stuttgart blij met deze ontwikkeling: De toekomstige tests tot mei vanaf de luchthaven zullen zich richten op de interactie en koppeling van nieuwe, nog krachtigere aandrijfcomponenten.
Redundantieconcepten
Sinds de eerste vlucht van een vliegtuig met brandstofcel in 2008 hebben de partners uit onderzoek en industrie de toekomstgerichte aandrijftechnologie consequent verder ontwikkeld. De inmiddels zesde generatie van het systeem omvat redundantieconcepten voor waterstoftanks, brandstofcellen, energiedistributie en de elektrische aandrijving.
Dankzij de verhoogde efficiëntie en verbeterde veiligheidsarchitectuur zijn door waterstof aangedreven vliegtuigen voor maximaal 40 passagiers en met een actieradius van 2000 kilometer in de komende tien jaar mogelijk.
Samenwerkingsproject
In het Hy4-project bundelen Universität Ulm, DLR, H2fly en Diehl Aerospace (datacommunicatie en besturingshardware) hun expertise. Op internationaal niveau worden ze ondersteund door Pipistrel (vliegtuigbouw) en de onderzoeksinstellingen Politecnica di Milano en TU Delft, University of Maribor en motorenbouwer Cummins Canada.
Financiers zijn onder meer de Nationale Organisation Wasserstoff- und Brennstoffzellentechnologie (NOW), het federale ministerie van Economische Zaken en het federale ministerie van Transport en Digitale Infrastructuur. Behalve fondsen vanuit de industrie zijn er ook fondsen van Lufthafen Stuttgart en de Europese Commissie.