Industrie 4.0 is een begrip wat in 2011 voor het eerst op dook tijdens de Hannover Messe. Sindsdien kun je geen website, technisch vakblad of elke ander industriemedium openen, of de kreet Industrie 4.0, Smart Factory of IIoT komt voorbij. Vooral op powerpoint presentaties en op beurzen doen deze termen het goed. Het is trendy en je hoort er helemaal bij. Toch zijn er weinig bedrijven die echt kunnen zeggen dat hun productie ‘smart’ is of conform Industrie 4.0. SEW-Eurodrive, specialist in aandrijf- en besturingstechniek, heeft echter in haar fabriek in Graben-Neudorf (D), een deel van haar productie ‘smart’ gemaakt als een soort showcase voor derden. Aandrijftechniek kon meekijken over de schouder van de dirigent van het Industrie 4.0 concert.
“Eigenlijk ben ik helemaal niet blij met de naam ‘Schaufensterfabrik’, begint Andreas Kohl het gesprek. Kohl is vestigingsmanager Logistiek bij de fabriek van SEW-Eurodrive in Graben- Neudorf. “Wij zijn hier zo’n 3 jaar geleden bewust mee begonnen, omdat het aantal varianten aan combinaties van elektromotoren, tandwielkasten en reductoren wat wij hier maken de miljoen ging passeren.” SEW-Eurodrive hanteert het ‘Baukastenprincipe’. Kohl noemt het ook wel een ‘variantenexplosie’. “Bij zo veel varianten is het wel handig dat je massaproductie van batchgrootte 1 gaat starten. Maar beheersing van de productvarianten blijft van groot belang. Tevens hadden wij als voorwaarde dat de productie in Duitsland bleef.” SEW-Eurodrive hanteert een hoge ‘Fertigungstiefe’, in goed Nederlands betekent dat ze veel onderdelen zelf maken. “We kopen alleen de lagers en de afdichtingen in, alle overige onderdelen zoals elektromotoren, elektronica, assen, tandwielen en behuizingen, maken we zelf. Momenteel maken we zo’n 2.800 aandrijvingen per dag en we kunnen als het moet complexe …
Lees het volledige artikel in het maartnummer van Aandrijftechniek.