Sinds ruim een jaar is ABB titelsponsor van de Formula E. Een rondreizend gezelschap van raceteams, coureurs en media gaat wereldwijd van stad naar stad met maar één missie, promotie van het elektrisch rijden en de technologie eromheen. Juist door de autosport in het hart van enkele van ’s werelds meest begeerde steden te brengen, toont ABB FIA Formula E het potentieel van stedelijke elektrische mobiliteit aan een breed en jong publiek, wat het spannend, ambitieus en inspirerend maakt. Aandrijftechniek keek in Parijs mee achter de schermen van deze groeiende technologiesport.
In januari 2018 werd ABB titelsponsor waardoor de officiële naam nu ABB FIA Formula E is. De zevenjarige samenwerking tussen ABB en de Formula E bestaat nu anderhalf jaar. “Het doel van de samenwerking is voort te bouwen op de positie als leidend internationaal technologiebedrijf en in het verder definiëren van een toekomst van elektrische mobiliteit.”
In de kinderschoenen
Aan het woord is Frank Duggan, ABB’s President voor Europa en lid van de Raad van Bestuur. Hij kwam naar Parijs om aan de verzamelde pers uit te leggen waarom een technologiegigant als ABB titelsponsor is geworden van een FIA-kampioenschap dat nog in de kinderschoenen staat.
Zichtbaar worden in B-2-C markt
“De link met de Formule E stelt ons in staat om toekomstige technologieën te ontwikkelen en te presenteren op een wereldwijd platform. Dat platform hebben we nodig om onze technologie te tonen en om een katalysator te zijn voor de merkstrategie van ons bedrijf. Want tot nu toe is 95% van onze business B-2-B, maar we willen groeien in de B-2-C markt. ABB moet zichtbaar worden als merk bij de consument.”
Bredere debatten over infrastructuren
De eigenschappen die bijdragen tot het succes van de Formula E sluiten aan bij die van ABB zelf. Volgens Duggan gaat het over technologie, ondernemersgeest en sterke merken. “Ondertussen bieden de stedelijke omgevingen waarin de ABB Formula E races gehouden worden het ideale platform voor het bespreekbaar maken van belangrijke onderwerpen zoals smart cities, smart grids, duurzaamheid en energieoplossingen, naast bredere debatten over nieuwe infrastructuren.”
The world is getting electric
Ook worden slimme oplossingen voor mobiliteitsuitdagingen op een boeiende en inspirerende manier onder de aandacht gebracht. Duggan: “Het dient als een competitief testbed voor elektrificatie- en digitaliseringstechnologieën en draagt bij tot een beter ontwerp en een betere werking van EV’s inclusief de bijbehorende infrastructuur. En dat gaat tegenwoordig steeds verder met elektrische bussen, vrachtwagens en bouwmachines. The world is getting electric!”
Napoleon Bonaparte
Vlak voor het mediacenter, tijdens de race gehuisvest in het klassieke Hôtel des Invalides, worden we bijgepraat door Renato Bisignani, Director of Communications bij de ABB Formula E. Hij geeft, onder toeziend oog van Napoleon Bonaparte, een korte uitleg over de vernieuwingen die er zijn doorgevoerd in seizoen 2018-2019.
“In de vorige seizoenen beschikte één coureur over twee auto’s. De batterij had toen niet voldoende capaciteit om lang genoeg te racen. Hij kon dan halverwege de race overstappen om met volle batterij weer verder te gaan. Dat is nu anders, de batterij is nu twee keer zo groot qua capaciteit, maar ook de auto is veranderd. We spreken nu over de ‘Gen 2’ auto, de tweede generatie.
Level playing field
Een van de sterke kanten van de Formula E is het ‘level playing field’. Elk team beschikt over hetzelfde type auto, in de basis. Het onderscheid zit hem in de ‘drivetrain’. Dat betekent dat de elektromotor, de omvormer en de transmissie door elk team zelf worden ontwikkeld. Maar wel moet voldoen aan bepaalde voorwaarden.”
Motor en omvormer op de proef gesteld
Nu doen al enkele autofabrikanten mee met fabrieksteams, zoals bijvoorbeeld BMW, Nissan, Jaguar en DS. Merken die ook al elektrische en hybride auto’s op de markt brengen. Volgend jaar komen daar Mercedes en Porsche bij. Wordt de Formula E de kraamkamer van nieuwe technologieën die we later terugzien in gewone elektrische auto’s?
“Absoluut,” aldus Bisignani. “Hier worden de elektromotor en omvormer zwaar op de proef gesteld en wordt maximale energie uit de batterij zo efficiënt mogelijk gebruikt. Daar speelt software een hele grote rol in.
Maar ook de bestuurder heeft veel invloed op het zo efficiënt mogelijk en toch snel rijden. Op het circuit zit bijvoorbeeld een stuk weg dat we kennen als ‘attack mode’. Dit wijkt af van de ideale lijn, maar hierdoor kunnen coureurs extra power krijgen om aan te vallen. Maar ook het publiek kan invloed uitoefenen middels de zogenaamde fan-boost.”
Hoge efficiency powertrain
Onze mediaronde voert ons ook langs de pitstraat. Daar staat Sebastian Buemi op ons te wachten in zijn rol als ABB-ambassadeur en coureur. Deze oud-Formule 1 coureur is momenteel succesvol in Endurance racing (hij won onder meer Le Mans in 2018) maar rijdt eveneens in de ABB FIA Formula E voor het Nissan team. Er wordt hem gevraagd naar het verschil met de Formule 1.
Regenereren
“De topsnelheid van een Formule 1 auto halen we niet, maar de acceleratie komt in de buurt. Een Gen2 Formula E auto kan in 2,8 seconden accelereren van 0 naar 100 km/u – slechts 0,2 seconde langzamer dan een Formule 1 auto. Bij de Formula E gaat het veel meer om de coureur, juist omdat de auto’s zoveel op elkaar lijken. Het is veel meer het spel van gas geven en ook regenereren. Het is heel nauwkeurig racen.
Vaak is de batterij bij de finish ook echt leeg. Dan heb je goed gereden en het maximale uit de batterij kunnen halen.” Maar ook over de technologie weet de Zwitser het een en ander te vertellen. “De efficiency van de powertrain is hoog. We zitten nu op zo’n 79 tot 80%. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar de elektromotor, maar ook naar de lagers en de smering. Ook wordt veel van de aandrijving geoptimaliseerd via de software.” Maar even kijken onder de motorkap zit er helaas niet bij.
ABB’s technologie
Nu ABB titelsponsor is geworden, is het vanzelfsprekend dat haar eigen technologie ook zijn weg vindt in het kampioenschap. Zo zal dit seizoen een speciaal ontwikkelde compacte versie van de DC Terra-snellader worden gebruikt om de vloot van Jaguar I-Pace-auto’s van stroom te voorzien. Deze nemen deel aan hun eigen eTrophy, die het hele jaar door de ABB Formula E ondersteunt.
Snellaadinfrastructuur
Met de Terra 53 DC-snelladers kunnen de Jaguar I-Pace-racewagens in slechts acht minuten worden opgeladen tot een bereik van 200 km. Ze zijn op maat gemaakt volgens met een compacte behuizing, zodat ze gemakkelijker kunnen worden vervoerd met het kampioenschap als het de wereld rondreist. Verdere integratie van de ABB-technologie is waarschijnlijk naarmate het kampioenschap zich ontwikkelt en verder groeit. Het implementeren van een snellaadinfrastructuur zou een duidelijke synergie zijn voor zowel ABB als het kampioenschap zelf.
Bekendheid bij groot publiek
We hebben het met eigen ogen kunnen zien. De Formule E is heel benaderbaar voor de gewone mens, de races vinden in de stad plaats, de E-village is gratis te bezoeken, de entreekaarten voor tribunes zijn betaalbaar en de marketing eromheen geeft naamsbekendheid aan sponsoren en fabrikanten van EV’s. Heineken, Bosch en DHL zijn inmiddels bekende namen, nu is het zaak dat ook ABB bekend wordt bij het grote publiek. Dat moet met deze strategie vast gaan lukken.
Wilt u het complete artikel lezen over de ABB FIA Formula E, kijk in de nieuwste editie van Aandrijftechniek.