Ga naar hoofdinhoud

Minder energieverbruik met ejectoren

Voorbeeld van een pick-and-place unit met Piab vacuümejectoren (foto: Pneu/Tec).

Decentrale vacuümsystemen op basis van perslucht aangedreven ejectoren worden nog wel eens als energieverslinders gebrandmerkt. Maar net als elk ander systeem begint een goede applicatie met een goede configuratie en dimensionering en vervolgens optimalisatie. Als dat goed gebeurt, zijn volgens Pneu/tec met ejectoren vaak zuiniger systemen te bouwen dan met centrale vacuümpompen.

Er zijn honderden soorten zuignappen op de markt die gladde, ruwe, poreuze en niet-poreuze materialen oppakken. Voor het benodigde vacuüm zijn er verschillende mogelijkheden:

  • centraal met bijvoorbeeld schotten- of vloeistofringvacuümpompen en het nodige filter- en leidingwerk
  • met perslucht aangedreven ejectoren. Deze zijn inmiddels zo klein en effectief geworden, dat ze dichtbij en zelfs bovenop de zuignappen zelf kunnen worden gemonteerd. Dit biedt interessante mogelijkheden voor het creëren van snelle, flexibele decentrale systemen.

Groener met ejectoren

In het streven de wereld ‘groener’ te maken, zijn met op ejector gebaseerde vacuümtechniek nieuwe mogelijkheden ontstaan. Het draait hierbij met name om verlaging van het energiegebruik en dan bieden ejectorsystemen van Piab kansen. Door verbetering van de inwendige vormgeving, in combinatie met nieuwe materialen, realiseren deze ejectoren al bij een vrij geringe luchtflow een bruikbaar vacuüm. Dit merk levert al jaren meertraps ejectoren met een aantrekkelijk energetisch rendement, dat nog steeds wordt verbeterd.

Daarnaast hangt het in grote mate vanaf wat de gebruiker met de vacuümoplossing doet en hoe hij de ejectoren aanstuurt. Intermitterend schakelen kan een flinke energiebesparing opleveren. Door kleine, krachtige ejectoren en zuignappen dicht bij elkaar te zetten, zijn er weinig leidingverliezen. Door het lagere gewicht kan een machine lichter worden geconstrueerd en is voor bewegingen minder energie nodig.

Centraal of decentraal

Vroeger waren alleen vacuümsystemen met centraal opgestelde pompen beschikbaar. Dat kan prima werken voor zuignapapplicaties, maar dan moeten alle zuignappen continu een goed luchtdicht contact met het object maken. Lekkende zuignappen en lange leidingen zorgen voor hogere energiekosten. Centrale systemen vergen ook meer onderhoud dan ejectorsystemen.

Perslucht is vaak standaard aanwezig en omdat het persluchtverbruik van ejectoren in de loop der jaren behoorlijk is verlaagd, is verhoging van de compressorcapaciteit doorgaans niet nodig. Dankzij meertraps ejectoren met een behoorlijk diep vacuüm is de overlapping met mechanische vacuümpompen groter geworden.

Door de ingang van de zuignap met een ventiel af te sluiten, zal het vacuüm erop blijven totdat die klep weer wordt geopend. Gedurende de ‘houdperiode’ van de zuignap wordt dan geen energie verbruikt.

Ook al is het energiegebruik van een ejector relatief gezien hoger dan van een roterende centrale vacuümpomp, is het totale energiegebruik vaak lager omdat ejectoren zo vaak mogelijk worden uitgeschakeld.

Het volledig artikel vindt u in het februari-nummer van Aandrijftechniek.

x
Mis niet langer het laatste nieuws

Schrijf u nu in voor onze nieuwsbrief.

Inschrijven