De energietransitie leeft sterk onder industriële bedrijven in de Rotterdamse haven. Dat blijkt uit onderzoek van Actemium onder toonaangevende bedrijven in de industrie. De meeste bedrijven volgen een ambitieuze strategie met concrete doelen. Daarmee willen ze vooral hun energiekosten verlagen, maar bijvoorbeeld ook het bedrijfsimago versterken en operationeel blijven. En voor een duurzamer energiegebruik heeft groene waterstof de meeste potentie.
Het onderzoek dat Actemium uitvoerde, had een respons van 68%. In totaal namen circa 100 personen (directeuren, project- en technical managers, engineers) deel aan het onlineonderzoek. De deelnemende bedrijven krijgen daarbij na het invullen van de enquête inzicht in zijn/haar positie ten opzichte van de andere industriële bedrijven.
Voordelen van de transitie
Twee derde van de respondenten zegt al een uitgewerkte strategie voor het doorvoeren van de energietransitie te hebben. Bovendien heeft 83% van de bedrijfsonderdelen er voldoende budget voor vrijgemaakt. De respondenten verwachten met de transitie op de eerste plaats de totale energiekosten te verlagen (60%). Daarna volgen in gelijke mate (42%): innovatie en vernieuwing van productieprocessen, versterken van het bedrijfsimago en bestaanszekerheid/license to operate. Slechts een kwart vertrouwt op het genereren van new business alsmede het aantrekken en vasthouden van personeel. Koen Staffeleu, Director Business Development & Green Hydrogen van Actemium: “Het zijn vaker innovators en early adopters die verwachten dat de transitie nieuwe investeerders en nieuwe markten oplevert in plaats van het reduceren van energiekosten.”
Prioriteiten en einddoelen
De bedrijven richten hun strategie het vaakst op efficiënter en lager energieverbruik (80%). Op de tweede plaats (60%) staat vermindering van ongewenste emissies, gevolgd door verduurzaming middels een grotere inzet van duurzame brandstoffen, zoals waterstof en groene elektriciteit (54%).
Voor de meeste bedrijven (71%) heeft de strategie daarbij een concreet einddoel, meestal uitgedrukt in een percentage CO2-reductie of duurzaam energiegebruik. Maar liefst 38% van de respondenten wil het einddoel vóór 2030 hebben behaald, 17% vóór 2040 en nog eens 17% vóór 2050. Grotere bedrijven denken het einddoel over het algemeen eerder te behalen dan kleinere organisaties.
Waterstof
Bijna de helft van de industriële bedrijven in de Rotterdamse haven geeft aan op dit moment waterstof toe te passen in hun productieprocessen. Alle bedrijven (100%) verwachten dat het gebruik van groene waterstof (en biobrandstoffen) over vijf jaar zal zijn gestegen. De bedrijven zetten groene waterstof duidelijk op nummer één als de grootste technologische verandering in de energietransitie. Daarnaast verwacht bijna twee derde ook een stijging in het gebruik van groene stroom.
Groene waterstof favoriet
Bijna driekwart van de industriële bedrijven denkt de grootste stappen naar verduurzaming van het energiegebruik te kunnen zetten in industriële productieprocessen. Circa 80% van de bedrijven ontwikkelt nu of binnen twee jaar initiatieven om hierin te verduurzamen. Bovenaan de lijst staan zonnepanelen (42%), gevolgd door groene waterstof (27%), walstroom (17%) en Carbon Capture & Storage (15%). Groene waterstof en Carbon Capture & Storage zijn ook op langere termijn prioriteit qua initiatieven. Groene waterstof vinden de bedrijven veruit (71%) de meest interessante vorm van waterstof voor hun energiesysteem.
Tempo en belemmeringen
De respondenten noemen ook een aantal barrières die de energietransitie voor de Rotterdamse haven belemmeren. Onvoldoende aansluitcapaciteit voor de aanvoer van groene stroom voert de lijst aan (38%), gevolgd door gebrek aan (beschikbaar) talent (33%), gebrekkige wet- en regelgeving (29%), het ontbreken van de infrastructuur in de keten, zoals waterstofaanvoer (29%), onvoldoende kennis en ervaring binnen de organisatie (25%) en beperkingen in de huidige productieprocessen (23%).
Integrale samenwerking nodig
De meeste industriële bedrijven die deelnamen, denken in concrete oplossingen. Staffeleu: “Op korte termijn richten die zich vooral op het afvangen van CO2. Maar dat CO2 moet ook getransporteerd en opgeslagen worden, bijvoorbeeld in ondergrondse lege gasvelden. Dat kan alleen in samenwerking met de overheid en andere landen”, weet Staffeleu. Op langere termijn liggen de oplossingen vooral in verduurzaming van de energiebronnen. “Groene waterstof, door middel van elektrolyse, staat daarbij op nummer één. Maar om voldoende aansluitcapaciteit voor en transport van groene stroom te bieden, moeten bedrijven samenwerken.”
